Schoenen kopen met mijn moeder | deel 2

Laatst logeerde ik weer eens een nachtje bij mijn ouders in Zutphen. Het was heel gezellig met mijn moeder. ‘s Avonds gingen we samen uit eten en ze was even belangstellend als altijd. Doordat ze zo benieuwd is naar hoe het gaat (wat voor werk ik nu aan het doen ben, hoe het in mijn relatie gaat en natuurlijk - haar stokpaardje - of mijn man en ik goede seks hebben…) merk ik soms zelfs even niet dat ze alzheimer heeft.

Genieten met mijn moeder: cognacje na de maaltijd op de markt in Zutphen

Genieten met mijn moeder: cognacje na de maaltijd op de markt in Zutphen

De volgende dag sloeg de sfeer ineens om toen ze het gevoel kreeg dat ze iets van me moest. Omdat mijn vader alleen voor haar zorgt, help ik met kleine dingen zoals winterschoenen kopen. Vorige keer dat we kleren gingen kopen ging dat niet helemaal vanzelf. Maar ik stapte er met frisse moed in. Ze zou na het drama van vorige keer toch wel weten dat ik het beste met haar voor heb en dat ze mijn hulp beter kan accepteren?! Nee dus, want ze heeft alzheimer!

Wat voelde ik me stom dat ik niet kon voorkomen dat de geschiedenis zich herhaalde. Niet alleen werd ze weer heel boos omdat ik met haar op stap wilde voor schoenen, het bracht me ook weer helemaal van mijn stuk. Ik kon het niet zomaar van me af laten glijden. ‘Ik heb geen schoenen nodig’ beet ze me met een snauwende stem toe. ‘Waar bemoei je je mee’, schreeuwde ze. Ze duwde me haar kamer uit, maar ik wilde me niet zomaar laten afpoeieren. ‘Hans heeft me gevraagd om je te helpen’, zei ik. ‘Wat denken jullie wel? Dat ik niet goed bij mijn hoofd ben?! Hans dit, Hans dat’, schreeuwde ze. ‘Maar ik doe het ook om Hans te helpen zei ik. Hij heeft het heel druk en je hebt schoenen nodig, dus ga ik met je.’ ‘Ik heb geen schoenen nodig’, schreeuwde ze nogmaals uit volle borst, elke lettergreep met extra nadruk uitsprekend. Ik wilde niet boos worden en werd daardoor natuurlijk alleen maar bozer. Wel of geen alzheimer, ze moest niet zo naar doen.

Ik was verbaasd hoeveel het met me deed. Dit was niet alleen de ziekte, dit was ook een kant van dé vrouw in mijn leven die ik maar al te goed kende. Autonoom zijn is voor mijn moeder altijd belangrijk geweest. Dat is haar kwaliteit, ze begeleidt nog steeds mensen om te leren luisteren naar wat ze zelf ten diepste willen. Maar het was ook haar dark side, want haar eigenzinnigheid kon haar ook onbenaderbaar maken. ‘Rot op’, schreeuwde ze giftig. 

Licht in paniek ging ik naar mijn vader’s kantoor aan de overkant van de straat. Mijn vader was zelf naar de tandarts. Eerst belde ik Egbert Jan. Doordat hij heel begaan reageerde, merkte ik hoe verdrietig ik was. De tranen stroomden over mijn wangen. Dat luchtte op, want ik vond steeds dat het niets met me mocht doen, terwijl het dat gewoon wél deed. Daarna belde ik met mijn vader. Hij zat nog in de auto onderweg naar de tandarts en zou mijn moeder bellen als hij was aangekomen. Ik droogde mijn tranen en liep weer terug naar de overkant. Het was bloedheet, wat een warme dag zo ver in september. Mijn moeder zat nog steeds boven op haar kamer. Ze reageerde niet toen ik het huis in kwam. Haar kamerdeur zat dicht.

De telefoon ging en bleef maar overgaan. Ze nam pas op toen hij voor de derde keer belde. Ze reageerde heel blij verbaasd alsof ze de telefoon helemaal niet had gehoord. Toen realiseerde ik me weer hoe ziek ze toch is. Ik luisterde op de gang, en hoorde mijn vader met luide aangedane stem tegen mijn moeder praten. Uiteindelijk kwam ze beneden en zijn we de stad in gegaan. We waren allebei zwijgzaam. Ik voelde me verdrietig en rustig. Het voelde ook wel goed: Ik bleef bij het gevoel en kon er voor mezelf zijn op een manier waarop ik dat als kind niet had gekund. In plaats van dat ik verhardde, bleef mijn hart zacht.

Daarna gingen we samen op ons vaste terrasje pepermuntthee met honing drinken. De thee werd net gebracht toen er een nummer belde dat ik niet kende. Nieuwsgierig nam ik op. Het bleek Psychologie Magazine te zijn. Voor dit tijdschrift schreef ik een aangrijpend stuk over mijn moeder, het schrijven ervan maakte in die periode veel in me los. Wat een timing dat ze me net belden nu ik voor het eerst in tijden met mijn moeder samen was en we zo’n heftige clash hadden gehad. Het was een leuk bericht: ik zou een artikel gaan schrijven over een onderwerp dat me erg aansprak. Wat een positief nieuws na alle ellende van die ochtend. We proostten erop met de pepermuntthee.

42174083_326939448055896_3871275906190278656_n.jpg

We vonden leuke laarzen. Ook kochten we bij de kunstenaarswinkel een mooi schetsboek voor haar tekeningen. Ik had inmiddels een methode gevonden die beter werkte: gewoon de winkel in lopen en wat gaan uitzoeken. En als ze vroeg wat we deden, uitleggen dat we een tekenblok uitzochten. Ik vroeg haar niet om toestemming, maar deed het gewoon. Een schrift kopen was wel makkelijker dan schoenen kopen, want het kwam minder dichtbij. Het is voor haar als ‘altijd stijlvol geklede vrouw’ enorm confronterend dat ze niet meer haar eigen kleding kan uitzoeken en daarvoor afhankelijk is van anderen.

Toen we een half uurtje later thuiskwamen was mijn vader er ook weer. De sfeer was weer harmonieus. Uiteindelijk hebben mijn moeder en ik goed afscheid genomen. Ik zei dat het toch vooral een heel fijn bezoek was en zij zei dat ze dat heel lief van me vond. Al was ze allang vergeten wat er was voorgevallen, ze wist nog wel dat er iets was voorgevallen.

<<<->>>

Terug in Utrecht belt mijn moeder me om zes uur ‘s avonds als ik in de keuken sta. Ze zegt: ‘Anna, ik zit op een stoel en heb steeds het gevoel dat er iets mis is. Ik heb een knoop in mijn maag. En ik denk dat het met jou te maken heeft. Dus kun je me zeggen wat er is gebeurd?’

Ik: ‘Ja, je wilde niet dat ik je hielp om schoenen te kopen. En toen werd je heel boos.’

Het drong tot haar door. Ze zei zoiets als ‘Aha’, en: ‘Je kunt je misschien ook voorstellen dat het heel moeilijk voor me is om die vermogens te veriezen, om niet meer alles te kunnen.’ Dat erkende ik, dat kon ik heel goed begrijpen. Ze bedankte me dat ik er op zo’n liefdevolle manier mee omging. En ik bedankte haar dat ze eraan dacht en dat ze het op wilde lossen.

Toen zei ze dat ze nu geen rotgevoel meer had en we hingen op. Ik was ontroerd. Ze wist niet wat er mis was, maar ze wist wel dat er iets mis was. Wat eerlijk dat ze daarnaar luisterde en me belde. En wat een bevrijding dat nu de lei weer schoon was. Zo eerlijk en oprecht, dat is ook mijn moeder. Ook en vooral.

Mandala van mijn moeder

Mandala van mijn moeder