Heel normaal verdriet

Mijn volgende blog wordt iets luchtigs, dacht ik nadat ik op nieuwjaarsdag mijn verhaal over 2018 en de dood had gedeeld. Maar het ging toch anders.

Al wisten we dat het zou gaan gebeuren, toch was het een schok dat het gebeurde. Vorige week is mijn oom in vrede overleden. Hij was ongeneeslijk ziek en was al maandenlang afscheid aan het nemen van dit leven. Eerst was hij nog thuis. Mijn tante zorgde voor hem en kreeg op een gegeven moment ‘s nachts hulp van verpleging. Toen hij niet meer zijn bed uit kon komen, verhuisde hij naar een hospice, vlakbij hen in de buurt.

‘Zo gek’, zei mijn tante toen ik haar die laatste periode bezocht. ‘Ik heb een schilderij boven ons bed opgehangen. Ik bedacht me hoe mooi je oom het zou vinden. Toen drong tot me door dat hij het nooit zal zien. Hij zal hier niet meer komen.’ Het was zo schrijnend, zo onvoorstelbaar hartverscheurend, de liefde van je leven die van je wordt weggerukt. Maar ze deden het. Ze gingen het aan. Ze verzetten zich niet. En in hun overgave aan het leven zelf - inclusief de dood - waren ze voor ons - de getuigen van dit afscheid - een levend voorbeeld van onvoorwaardelijke liefde.

Nog nooit heb ik meegemaakt dat iemand zo geleidelijk aan vertrok, in volledige overgave. Het is een raar soort wachten dat me erg doet denken aan het wachten op een bevalling. Je weet dat het op een gegeven moment gaat gebeuren, maar het lijkt tegelijkertijd zo onwerkelijk omdat het voorbijgaat aan je voorstellingsvermogen. Je kunt je niet voorstellen dat het leven zo’n onomkeerbare wending zal nemen, hoe onvermijdelijk het ook is.

‘s Ochtends kwam het bericht dat mijn oom was overleden. Nu was het dus echt gebeurd. Naast het verdriet voelde ik opluchting. Hij was in alle rust vertrokken, het lijden was nu voorbij. Toen kwam er een paar uur later een nieuw bericht, namelijk dat een goede vriendin van mijn ouders de dag ervoor was gestorven, op 24-jarige leeftijd. Ik bekeek haar foto op Facebook, met haar lange blonde dreadlocks reed ze met blote voeten en zonder zadel op een paard door de weilanden. Deze onoverwinnelijke vrouw die me altijd aan Pippi Langkous deed denken was zo plotseling verdwenen, dat kon toch niet?! Die avond moest ik verschrikkelijk huilen. Ik wist niet meer waarom ik huilde, om mijn oom, om Didi Bo, om Moussa, om het leven zelf waar de dood bij hoort? Het gebeurde gewoon buiten mijn verstand om.

Een paar dagen later nemen we afscheid met mijn kinderen. Mijn oom ligt op zijn zij en rust. De uitdrukking op zijn gezicht is zacht en ontspannen. Hij heeft een grote taak volbracht. Nu is hij vrij. Op zijn schoot liggen rozen. Mijn kinderen leggen tekeningen in zijn kist. Er staan eenhoorns en paarden op, en I ♥ ‘de naam van mijn oom’ en ‘gecondoleert’ en een regenboog. Ze vinden de dood eng en ze zijn ook nieuwsgierig. ‘Zou hij nog op kunnen staan?’ vraagt Jana. ‘Mag ik hem aanraken?’, vraagt Eva. ‘Nee dan gaat het rotten’, zegt Lotus ernstig. ‘Ik vind het eng’, zegt Eva. ‘Het is ook wel eng’, beaam ik, ‘maar ook weer niet.’ Eva wil graag onder het laken kijken, Jana en Eva zijn allebei verbaasd dat hij nog een lichaam heeft. ‘Ik vond het eng dat hij een gezicht had’, zegt ze de volgende dag. ‘Ik dacht dat het een skelet zou zijn.’ Ik vind het wonderlijk, een skelet lijkt mij veel enger. Maar ik snap het wel. Het is gek om alleen nog een vorm te zien, een huls van iets dat was. Waar is het leven nou gebleven?

‘Als die vorm uiteenvalt, is het eens en nooit meer’, schreef mijn vader vorige week in een prachtige blog over het afscheid. De vorm is uiteengevallen en keert terug naar de eenheid. Ook mijn vaste vormen worden opengebroken. Zoals gisteren tijdens de yogales, liggend op mijn rug bij de eindontspanning. Ineens blijk ik te huilen, er rollen tranen over mijn wangen. Ik heb geen gedachte. Ik weet geen verklaring. En ook al voel ik diep verdriet, toch voelt het ook goed, omdat het echt is. Dit is nou eenmaal leven. Of, in de woorden van mijn moeder (zoals mijn vader die in dezelfde blog opschreef) : ‘De dood is niet voor te stellen en tevens is het heel normaal. Het is inbegrepen en toch een verlies. Dan is dus ook het verdriet dat erbij hoort heel normaal.’

50693492_350375952359650_3172307856082862080_n.jpg