Laatste keer uit eten

‘Heel erg leuk’, zegt mijn moeder enthousiast tegen de serveerster. Aarzelend en een beetje geschokt kijkt ze mijn moeder aan. Wat moet ze hier nou op zeggen? Ik lach haar bemoedigend toe, probeer met mijn ogen te zeggen dat mijn moeder haar echt niet voor de gek houdt. Ze vindt haar manier van doen gewoon leuk.

Uit eten gaan is een hele onderneming. Het gaat allemaal net. En dus ook net niet. Onderweg vraag ik me al af waar ik aan begonnen ben. Heel langzaam schuifelt ze vooruit, gedecideerd voor zich uit kijkend, haar tas stevig vastklemmend. Ze is verontwaardigd omdat ze ineens buiten is (‘ik heb geen idee waar ik ben’) en zonder Hans is (‘weet jij waar hij is?’ - en dat elke minuut)

Mensen kijken naar haar, staren ons zelfs na. Het is inmiddels kennelijk duidelijk zichtbaar dat er iets ‘mis’ is met haar. Haar verwaarloosde uiterlijk helpt ook niet echt mee. Vet haar, voor de tijd van dit jaar veel te dikke kleren (ze heeft het altijd koud en wil nooit wat anders aan) en een best sterke lichaamsgeur.

Ik vind het niet fijn, maar we moeten ook roeien met de riemen die we hebben. Ze was al nooit zo van de spontane aanrakingen, maar nu moet iedereen echt van haar af blijven. De enige keer dat ik haar in bad deed dreigde ze me een rotschop te geven (haar woorden), dus dan maar zo. Gelukkig mag mijn tante Mariëtte (meestal!) wel haar haren wassen.

Gezichten draaien zich om als we door het restaurant naar het tafeltje achterin lopen. Het is een hele tour om de stoel voor haar opzij te schuiven zodat ze kan gaan zitten. En aanschuiven mag ook niet, want ze wil alles zelf doen.

‘Is dit allemaal van Hans?’, zegt ze over het eten. Ze bedoelt: trakteert hij? ‘Ja’, zeg ik. Ze moet lachen. Omdat ‘die gast’ het allemaal zo goed voor elkaar heeft. En omdat hij er zo (als persoon die dit faciliteert) toch een beetje bij is.

Afwisselend vergeet ze het eten en neemt ze een hap. Ik mag haar er niet aan herinneren te eten, dan is ze beledigd omdat ze het best zelf kan. Maar uiteindelijk is toch alles op.

Als we naar huis gaan help ik haar pas buiten in haar wollen jas. Echt even klaar met al die blikken. Dit was waarschijnlijk de laatste keer uit eten bedenk ik me onderweg naar huis.